skip to Main Content

Buitenlandse investeerders laten zien dat zonneparken financieel interessant zijn

Een maand geleden verscheen er een interessante kop in het nieuws: “Buitenlandse investeerders gaan er vandoor met miljoenensubsidies én winst van zonneparken”. Dit bericht veroorzaakte deining en de Tweede Kamer vindt dat de overheid moet ingrijpen. Alleen is dat niet een beetje een goedkope reactie?

Ik snap de primaire reactie. Buitenlanders bouwen zonneparken, de zonneparken vallen op het landschap, in sommige gevallen komen de parken op goede landbouwgrond en omwonende profiteren niet van de opbrengsten. Heel kort door de bocht lijkt het alsof buitenlandse partijen ons landschap veranderen. Alleen dat ligt wel een stuk genuanceerder.

Waarom zonneparken?

Nederland heeft de zonneparken hard nodig om te voldoen aan de klimaatafspraken van Parijs om aan de opgave van 49% CO2 reductie in 2030 te voldoen. Om die afspraken te bereiken zijn er onder andere 30 RES-regio’s gevormd. RES staat voor Regionale Energie Strategie. De netbeheerders sturen in de Regionale Energie Strategie (RES) hard op grootschalige opwek met een minimale omvang van 10 MW (ongeveer 14 hectare zonneveld) en bij voorkeur in combinatie met windmolens. Dus grootschalige opwek, want dat is goed voor de maatschappelijke kostenefficiency (lees: dat is goedkoper). En omdat provincies en veel gemeenten de aandeelhouders zijn van de netbeheerders in Nederland kun je volgens mij stellen dat de lokale overheid dus ook zelf sturing geeft aan die grote parken. Op zich prima en goed te volgen. De vraag komt dan wel op tafel te liggen wie die grote zonneparken nu gaat bouwen.

En zo kom ik bij de interessante kop, namelijk winsten en subsidies die naar het buitenland verdwijnen. Mijn simpele conclusie is: buitenlandse investeerders zijn blijkbaar tevreden met een lager rendement dan Nederlandse investeerders. De vraag is dus waarom grote beleggers en pensioenfondsen in Nederland een hoger rendement willen en niet instappen. Zij zorgen dus er eigenlijk voor dat het geld naar het buitenland verdwijnt. En ook omwonenden die vaak worden uitgenodigd om mee te doen laten die kans lopen. Eén van de speerpunten uit het Klimaatakkoord om in 2030 te streven naar 50% lokaal eigendom van energieproductie op land is zo nog ver weg. Ik kan eigenlijk geen andere argumentatie bedenken.

Wat kunnen wij leren van de buitenlandse investeerders?

Al met al mogen we blij zijn dat buitenlandse investeerders hebben laten zien dat het wel degelijk interessant is om zonneparken te bouwen in Nederland en laten we als de wiedeweerga zelf aan de slag gaan om lokaal eigendom vorm te gaan geven.