skip to Main Content
Weer ’s Middags Warm Eten

Weer ’s middags warm eten

  • blog

Het elektriciteitsnetwerk kraakt. De capaciteit van het huidige netwerk is nu al op momenten van de dag ontoereikend, omdat de kabels te dun zijn. Mensen met zonnepanelen ontdekken dat  doordat de omvormer soms uitslaat. We nemen de komende decennia afscheid van fossiele brandstoffen en hierdoor gaan bedrijven, woningen en de mobiliteit steeds vaker over op elektrische energie. Hierdoor neemt de druk op het elektriciteitsnet nog verder toe en is de capaciteit niet altijd voldoende. Dit wordt netcongestie genoemd. En hoe kunnen we nu tempo houden op de energietransitie en oog hebben voor de uitdagingen in het netwerk?

Nog 71 maanden te gaan tot 2030

Ongeveer 100 maanden voor 2030 is een belangrijk rapport van de IPCC verschenen, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. 2030 is een belangrijk jaartal om de doelen van het Klimaatakkoord Parijs, de Klimaatwet en van het Nationale Klimaatakkoord te halen. Nederland moet dan minimaal 55% van de broeikasgassen hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. Dat is nodig om de stijging van de temperatuur op aarde te beperken. Dit inspireerde mij om iedere maand tot 2030 een blog te gaan schrijven over de klimaatverandering en hieraan gerelateerde thema’s.

Achterom kijken helpt niet

We kunnen lang achterom kijken en ons afvragen hoe we in deze situatie terecht zijn gekomen. Waarom zijn de kabels niet dikker en waarom hebben de netbeheerders niet eerder hierop geacteerd. Alleen daar is de uitdaging niet mee verholpen en dus is het veel slimmer om vooruit te kijken en te onderzoeken hoe we hier mee kunnen omgaan. De energietransitie komt op gang. Dat ging aanvankelijk moeizaam in Nederland, alleen we krijgen de smaak te pakken. Johan Remkes gaf eerder bij een ander dossier ook al eens aan: “niet alles kan”.

Stimuleren energietransitie

Nederland heeft een aantal instrumenten ingezet om de transitie op gang te brengen. Eén van de instrumenten is de salderingsregeling. Deze regeling is er op gericht om te stimuleren zonnepanelen op woningen te leggen en duurzame elektriciteit op te wekken. Ook zijn er andere instrumenten ingezet waarbij een deel van de investeringen terugkomt. Aftrek van investeringen, belasting voordeel of directe subsidie als bijvoorbeeld ISDE of SEEH.

Ook op het vlak van mobiliteit zien we dat Nederland een slag heeft gemaakt. Het rijden in elektrische auto’s is gestimuleerd door eerst geen bijtelling in te voeren, vrijstelling van wegenbelasting en voor particulieren een subsidie te introduceren. Allemaal gericht om de hobbel weg te nemen en autorijders te verleiden over te stappen naar emissievrije kilometers.

Ik noem er een aantal zonder compleet te willen zijn. De overheid heeft de energietransitie gestimuleerd. Daardoor zie je op diverse fronten dat de vraag naar en het aanbod van elektriciteit is gegroeid en dat de netwerken dit tempo niet kan volgen. Dat maakt dat grote delen van Nederland ‘vol’ zitten, daar is sprake van netcongestie.

De succeslijn stagneert

Juist op het moment dat het lekker begint te lopen, er successen zijn en het ook voor inwoners die minder makkelijk in maatregelen kunnen investeren gaan diverse actoren zich roeren. Denk aan de salderingsregeling. Deze regeling heeft gezorgd voor een grote groei in het aantal zonnepanelen en vergroting van het energiebewustzijn. Precies wat de overheid voor ogen stond. Juist op het moment dat zonnepanelen ook toegankelijk worden voor mensen die hier minder makkelijk in kunnen investeren wil de overheid deze regeling aanpassen. Tegelijkertijd bedenken  energieleveranciers boetesystemen. Is het dan raar dat de verkoop van zonnepanelen keldert?

Het succes van de elektrische auto wordt al getemperd doordat de zakelijke rijder een gelijke bijtelling krijgt als de bereider van een fossiele auto en binnenkort iedereen ook wegenbelasting gaat betalen voor de relatief zware elektrische auto.

Om de successen van de energietransitie nog verder de put in de praten stellen de netbeheerder voor om elektrische laadpalen een deel van de dag uit te zetten. Nu mag je raden wat de bijtelling, de introductie van wegenbelasting en het maar deels overdag kunnen laden doet met de populariteit van de elektrische auto. Want het bericht deze week van netbeheerders om tussen 16.00 en 21.00 uur de laadpaal uit te zetten, doet geen goed aan de omschakeling naar elektrische vervoer.

Slim samenwerken

Waar ik naar toe wil is dat in genoemde voorbeelden iedere partij vooral naar zijn eigen belang kijkt. De overheid wil wel extra belastingen innen en gaat de subsidie op fossiele subsidie niet stopzetten, de energieleverancier wil meer verdienen en bedenkt een boetsysteem en de netbeheerders willen meer tijd kopen om de netten te verzwaren. Terwijl deze partijen samen de energietransitie juist kunnen faciliteren door slim te kijken hoe ieders uitdaging kan worden aangepakt met het oog op het doel in 2050 om fossielvrij te zijn.

Wil je de elektriciteitsnetten ontlasten, verleid jouw afnemers dan om op andere momenten energie af te nemen. Een prijsprikkel helpt. Nederland kent al een systeem van hoog- en laagtarief. Pas dit systeem aan door tussen 16.00 uur en 21.00 uur een hoog tarief te rekenen en daar buiten een goedkoper tarief. Dan verlaag je de piek op dat moment en dat is wat de netbeheerders uiteindelijk willen. Geef dus niet alleen de elektrische auto de schuld van het capaciteitsprobleem en verleid verbruikers om naast het laden van de auto ook de wasmachine, droger en warmtepomp buiten dit blok te laten werken. Dan komt opslag van energie ook dichterbij. Een klein accupakket kan helpen om de energie van de zonnepanelen even op te slaan en in het blok vanaf 16.00 weer te verbruiken. Dat hebben de energieleveranciers weer baat bij.

Al met al is mijn betoog om met prijsprikkels of aanschaf van accu’s de piek op het net af te laten nemen en frame nu niet de elektrische auto als obstakel in de energietransitie.

Wanneer koken we onze aardappels?

Alleen is het koken van onze aardappels op een inductieplaat nog wel een dingetje. Mogelijk dan toch maar weer ’s middags warm eten?